Jullie weten vast wel dat ik dol op quinoa ben. Omdat ik ergens las dat amarant ook wel de familie van de quinoa genoemd wordt besloot ik het eens te proberen. Amarant is (net als quinoa) een zaad en dus glutenvrij (in tegenstelling tot graansoorten). Amarant was een belangrijke voedselbron voor de Inca’s en het is ongelooflijk gezond. Dat kan ook haast niet anders, amarant betekent letterlijk ‘onsterfelijk’.

Maar waarom is amarant dan zo gezond? Het bevat veel eiwitten, vitaminen, mineralen (magnesium, kalium, zink, fosfor en vitamine B en E) en vezels. Als je amarant kookt krijg je een zachte, smeuïge textuur en heeft het een zoetige smaak (qua smaak vind ik het meer op gierst lijken dan op quinoa). Daardoor is het ook prima geschikt om pap mee te maken, weer eens wat anders dan havermout. De zaadjes kun je trouwens ook poffen, hierdoor krijgt het een lekkere nootachtige smaak (lekker voor over een salade!). En… je kunt er zelfs brood mee bakken. Binnenkort maar eens proberen!

Ingrediënten (2 personen)

• 100 gr amarant
• 500 gr gekookte bietjes
• 100 gr zachte geitenkaas
• 2 handjes rucola
• peper
• 1 el extra vierge olijfolie

Tip

• strooi er bij het serveren wat pijnboompitjes, zonnebloempitjes of pompoenpitten over
• lekker met gerookte zalm
• ik heb er ook wel eens wat spruitjes bij geserveerd, erg lekker!

Hoe maak je het (35 min)

Doe 1 kop amarant (100 gr) en 3 koppen water in een pan en breng aan de kook. Draai, als het water kookt, het vuur laag en laat de amarant met het deksel op de pan garen. Roer de amarant af en toe goed door (vooral op de bodem). Als bijna al het water is opgenomen kun je het vuur uitzetten. Na ongeveer 30 minuten is de amarant gaar. Rasp ondertussen de (warme) gekookte bietjes fijn. Meng de bietjes met de amarant en breng op smaak met wat peper en een lepel extra vierge olijfolie. Serveer de amarant met de geitenkaas, wat rucola en eventueel met wat gerookte zalm en/of wat pijnboompitjes, zonnebloempitjes of pompoenpitten. Eet smakelijk!